Het Beaufort neemt een prominente plek in in het centrum van Markelo. Wie vanaf de A1 komt, rijdt er recht op af. Vroeger liep direct rechts van het gebouw de weg naar Diepenheim, maar deze is omgelegd bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis. De voormalige Stationsweg is opgenomen als zichtas in het stedenbouwkundig plan voor het nieuwe gezondheidscentrum. Deze zichtlijn vormt tevens de entree van het vernieuwde Beaufort, dat zich bevindt in het verbindingsdeel tussen het bestaande gebouw en de nieuwbouw. Het terrein van Het Beaufort is vrijwel volledig bebouwd. Hierdoor moest bij het ontwerp rekening worden gehouden met de plaatsing van ramen, met name richting aangrenzende percelen. Een belangrijk uitgangspunt was bovendien dat het nieuwe bouwvolume niet boven het dak van het oorspronkelijke pand zou uitsteken. Daardoor blijft het aanzicht van het gebouw intact en is de visuele uitstraling van Het Beaufort behouden gebleven.
Architectuur: balans tussen oud en nieuw
Bij de uitbreiding van Het Beaufort is geprobeerd om op een relatief klein oppervlak maximaal gebruik te maken van de beschikbare ruimte. Direct bouwen tegen het bestaande monumentale pand was vanwege zowel technische als esthetische redenen niet wenselijk. Door de kans op funderingszetting is het constructief noodzakelijk om nieuwbouw en bestaande bouw van elkaar los te koppelen. Vanuit architectonisch oogpunt is daarom gekozen voor een tweede bouwmassa met een eigen identiteit, verbonden aan het oorspronkelijke gebouw via een transparant tussenlid. Het bestaande Beaufort, een gemeentelijk monument met een statige, klassieke uitstraling, blijft zo visueel leidend. De nieuwbouw is bewust ondergeschikt gehouden in volume, gevelindeling en materiaalgebruik. Zowel gevels als dak zijn bekleed met gepatineerd koper, waardoor de hoofdvorm helder leesbaar blijft. Omdat gevel en dak in hetzelfde materiaal zijn uitgevoerd, zijn goten overbodig. Dit versterkt de abstracte vorm en creëert een krachtig contrast met het monumentale karakter van Het Beaufort.
Functionaliteit: toegankelijk en flexibel inzetbaar
Een belangrijk uitgangspunt in het ontwerp was optimale toegankelijkheid. Alle ruimtes zijn goed bereikbaar voor mindervaliden dankzij een centraal gelegen lift. Deze lift ontsluit aan de ene zijde de twee verdiepingen van het monument, en aan de andere zijde de drie lagen van de nieuwbouw. Twee onafhankelijke trappen zorgen voor een logische interne routing én veilige vluchtwegen bij calamiteiten. In het monument bevinden zich op de begane grond twee zalen, waarvan de grootste ook gebruikt kan worden als trouwlocatie. Op de verdieping is een ruime zaal geschikt voor exposities, lezingen of (film)voorstellingen. De nieuwbouw telt drie verdiepingen binnen dezelfde bouwhoogte. Op de begane grond bevinden zich de entree en ontvangstruimte; op de verdiepingen daarboven zijn flexibele zalen ingericht voor uiteenlopend gebruik.
Bouwwijze: compact en natuurlijk
Om de drie lagen van de nieuwbouw te laten schuilgaan achter de twee verdiepingen van het monument, is gekozen voor een compacte bouwmethode met minimale verdiepingshoogte. Er was geen ruimte voor verlaagde plafonds of installatieruimte tussen vloer en plafond. De constructie is daarom uitgevoerd in Lenotec-elementen van Finnforest – gelaagd vurenhout in diktes van 135 mm en 216 mm. Waar nodig zijn elementen gekoppeld met staal. Aan de binnenzijde volstond een transparante afwerking. De houten vloeren en wanden geven het interieur een warme, natuurlijke uitstraling. Om de wanden zo slank mogelijk te houden, is de buitenschil opgebouwd uit dampremmende lagen, isolatie en gefelsde koperbeplating. Deze niet-geventileerde opbouw vroeg om zeer zorgvuldige detaillering.Donkerbruin geanodiseerde aluminium kozijnen in dak en gevel zorgen ervoor dat de detaillering visueel terughoudend blijft.
Installaties: decentraal en ruimtebesparend
Door de beperkte beschikbare hoogte zijn geen traditionele ventilatiekanalen toegepast. In plaats daarvan zijn de installaties zoveel mogelijk decentraal aangebracht. Ventilatielucht wordt via de gevel toegevoerd en, indien nodig, voorverwarmd via convectoren. Ook koelelementen zijn decentraal geplaatst. In het monument zijn de elektrische installaties verwerkt in de wanden. In de nieuwbouw is gekozen voor zichtbare kabelgoten tegen de wand, wat meer flexibiliteit biedt bij toekomstig gebruik. De verlichting is afgestemd op de functie van de ruimte: representatief waar gewenst, en functioneel waar nodig.